Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Wij weten nu, dat al wat de wet zegt, zij dat [36]spreekt tot degenen, die onder de wet zijn; opdat alle mond gestopt worde en de gehele wereld [voor] God [37]verdoemelijk zij. 36. Deze reden doet de apostel daarbij, om te tonen dat hij dit terecht op de Joden duidt, dewijl God in zijn Woord door Zijne profeten tot de Joden spreekt. 37. Dat is der verdoemenis, of des rechtvaardigen oordeels Gods schuldig.